SummerSchool onderwerpen 2020

​

Voor het jaar 2020 hebben we weer acht leuke en leerzame onderwerpen gekozen:

​

​

1. Babygebaren

​

Tobi is 11 maanden oud. Hij huilt hartverscheurend. Je hebt al geprobeerd om hem eten en drinken te geven, slapen wil hij ook niet. Hij voelt niet extra warm of te koud. Spelen wil hij niet. “Kon hij maar praten!”, denk je vertwijfelt. Als Tobi babygebaren zou kennen, dan zou hij je misschien wel kunnen laten zien wat hij wil of nodig heeft. Wat zijn babygebaren eigenlijk? En wat kan je ermee? Dat ontdek je in deze SummerSchool module.

2. Vrij spel

Bij het woord spel of spelen, heb je als ouder of professional waarschijnlijk gelijk een ‘plaatje’ voor ogen. Van spelende peuters in de zandbak, of voetballende jongens in het gras, of iets anders. Kinderen spelen op allerlei plekken en alle mogelijke manieren. Als kinderen niet (kunnen) spelen, kunnen ze zich niet (goed) ontwikkelen. Het lijkt daarbij of het spel ‘vanzelf’ ontstaat en we kinderen vooral zoveel mogelijk vrijheid moeten geven bij het spelen. Toch is dit niet altijd het geval. In deze module ga je leren dat je als ouder of professional een enorme toegevoegde waarde kan brengen in het spel. Jij doet er dus toe, óók tijdens het (vrij) spelen. In deze SummerSchool module combineert theorie met praktische tips.

3. Veilige hechting

Veilige hechting is een belangrijke basis voor een goede sociale en emotionele ontwikkeling. Wat is hechting en hoe bouw je een veilige hechting op? Hoe zie je of een kind veilig gehecht is en welke invloed heeft een veilige of onveilige hechting op latere leeftijd. Lees hoe belangrijk jij bent bij veilige gehechtheid in het leven van een kind om gezond en prettig op te kunnen groeien.

4. Verschillen tussen jongens en meisjes

Wordt het een jongen of een meisje? Het is een vraag die nog voor een kindje geboren is, al relevant lijkt te zijn. Maar hoe relevant is deze vraag precies? Welke verschillen zijn er en in hoeverre is dit iets om rekening mee te houden? In deze module krijg je informatie over de verschillen tussen jongens en meisjes en hoe je in het dagelijks contact met kinderen rekening kan houden met deze verschillen. Elk kind is uniek, dus wat doen die verschillen er eigenlijk toe?

5. Respect voor autonomie

Respect hebben de autonomie, ook wel de eigenheid van een kind genoemd, is het respect hebben voor wie en kind is en welke keuzes het maakt. Het kind mag er zijn, zoals hij/zij is. Dat is goed voor het zelfvertrouwen van kinderen. Het klinkt heel vanzelfsprekend en lees je ook op de websites van meerdere kinderopvang instellingen. Maar hoe ziet het eruit wanneer iemand respect heeft voor die autonomie? Wat zeg je dan of wat doe je dan? In hoeverre hou jij rekening met de autonomie van een kind? We vertellen je erover in deze SummerSchool module.

6. Positief beïnvloeden/motiveren

We moeten zoveel. Sommige volwassenen en kinderen zijn niet vooruit te branden en anderen barsten van de energie en ambitie. Willen is iets heel anders. Willen doe je omdat je ergens enthousiast over bent. Iets Willen zet aan tot doen en komt voort uit een positieve emotie die aanzet tot het leren van nieuwe dingen, ontdekken en nieuwe doelen stellen. Wil jij jezelf of een ander, volwassene of kind, ergens voor motiveren? Dan moet je eerst begrijpen waar motivatie vandaan komt in ons brein en hoe je die emotie positief kunt beïnvloeden.

7. Vroegsignalering

Vroegsignalering is het zo vroeg mogelijk signaleren van opgroei- en opvoedproblemen, zodat ingegrepen kan worden als het probleem nog in een vroeg stadium is. Dit kan om relatief kleine problemen gaan, maar ook om leer- en ontwikkelingsstoornissen. Vroegsignalering kan al vanaf de zwangerschap tot ongeveer 6 jaar. In deze module zetten we twee praktijkvoorbeelden naast elkaar om je kennis te laten maken met het belang van vroegsignalering en van samenwerking met ouders hierin. 

8. Hoogsensitieve kinderen

Het zijn de kinderen in de groep die opvallen, doordat ze meer behoefte hebben aan regelmaat en harmonie. Ze zijn opmerkzaam, kunnen zich goed inleven in anderen en zijn creatief. Het nadenken duurt langer en gaat dieper. Deze kinderen zijn extra gevoelig en worden ook wel ‘hoogsensitief’ of ‘hooggevoelig’ genoemd. Het brein van hoogsensitieve kinderen is gevoeliger voor prikkels. Het krijgt meer binnen en verbruikt meer energie met het verwerken van dingen die ze zien, horen, ruiken en voelen. Het komt voor bij ongeveer 1 op de 5 kinderen in Nederland. Hoe herken je hoogsensitieve kinderen? Wat hebben ze nodig? Hoe ga je het beste met ze om? Je leert er meer over tijdens deze module van SummerSchool.